Toelichting

Op dit moment werkt het ministerie van BZK aan een herijking van het gemeentefonds.
In de loop der jaren is de verdeling van het gemeentefonds over de gemeenten steeds ingewikkelder geworden. Bovendien bevat de huidige verdeling van het gemeentefonds een aantal scheefheden, met name in het sociaal domein en de wijze waarop de eigen inkomsten van gemeenten worden betrokken. Het takenpakket van gemeenten is veranderd en ook de context waarbinnen gemeenten functioneren, gemeenten werken bijvoorbeeld steeds meer samen in wisselende regionale verbanden. Al deze factoren maken dat het gemeentefonds toe is aan een actualisatie.
In 2020 komt er duidelijkheid over de herijking van het gemeentefonds. Het ministerie van BZK streeft er naar om bij de Meicirculaire 2020 inzicht te verschaffen over de financiële gevolgen. De gevolgen hiervan slaan voor het eerst neer in de begroting 2021 en kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de begroting van Voorschoten.  
Enkele factoren die vooral van belang worden in de nieuwe situatie zijn de mate waarin een gemeente een centrumfunctie vervult en of een gemeente over de mogelijkheid beschikt om eigen middelen te verwerven.  De uitkomst hiervan is op dit moment nog niet duidelijk, maar in de loop van 2020 willen wij de meerjarige financiële gevolgen in beeld hebben.

De meicirculaire van het gemeentefonds laat voor 2020 een bruto voordeel zien van € 601.000.
De belangrijkste oorzaken hiervan zijn:

• Negatieve accresontwikkeling (- € 279.000):
  Hoewel de meicirculaire uitgaat van gemiddeld 3,0% groei voor 2020 e.v. is deze verwachting minder positief dan waar in de septembercirculaire van uit was gegaan;
• Verspringen van het basisjaar (+ € 597.000):
  Door het ramen van 2020 tegen lopende prijzen in plaats van constante prijzen (hetgeen voor het meerjarenperspectief gebruikelijk is) wordt de uitkering geïndexeerd;
• Inkomstenmaatstaf (- € 146.000):
  Verhoging van de waarde van het onroerend goed in Voorschoten zowel in absolute zin door oplevering van nieuwe woonruimten als ook in relatieve zin ten opzichte van de landelijke waarde-ontwikkeling, zorgt voor een verhoging van de negatieve inkomstenmaatstaf. Dit betekent dat aan de gemeente een hogere eigen inkomsten-potentieel wordt toegekend en er gekort wordt op de algemene uitkering.
• Extra middelen Jeugdhulp (+ € 344.000)
  Het kabinet stelt in 2020 en 2021 jaarlijks € 300 mln. beschikbaar voor de Jeugdhulp. Aanvullend onderzoek zal uit moeten wijzen of gemeenten structureel extra middelen nodig hebben. In aanvulling op hetgeen in de raadsinformatiebrief over de meicirculaire is gesteld is in de jaren 2022 en 2023 een in omvang vergelijkbare stelpost opgenomen volgens de hiervoor door het ministerie en de provinciale toezichthouders opgestelde richtlijn;
• Loon- en prijsindexatie Sociaal Domein (€ 282.000)
  Dit betreft de totale indexatie voor Inkomen en Participatie, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wmo huishoudelijke verzorging en Jeugd;
• Verlaging van de vrijval van de onderuitputting op het BTW-compensatiefonds (- € 127.000):