Begroting 2020

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Op 29 januari 2015 is de nota “Risicomanagement en Weerstandsvermogen” vastgesteld door de raad van Voorschoten. Deze nota formuleert de kaders voor succesvol risicomanagement.

Uit de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente Voorschoten op dit moment uitstekend is. De vergelijking tussen het benodigde weerstandsvermogen en de beschikbare weerstandscapaciteit levert immers een ratio weerstandsvermogen op van 5.

Risico’s
Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de organisatie. Met behulp van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Door een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers vervolgens voor risico’s, die het behalen van de doelstellingen van de organisatie bedreigen, passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel opgesteld.

Risico- inventarisatie
Conform de nota “risicomanagement en weerstandsvermogen” toont het onderstaande overzicht de tien grootste risico's met de hoogste bijdrage aan de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit. Het overzicht is aangevuld met de getroffen beheersmaatregelen. Bij de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit gaat het college uit van deze ‘top 10’. De top 10 behelst circa 90% van de totale financiële omvang van de risico’s. Om voldoende dekking te hebben voor deze kleinere risico’s, wordt daarnaast een buffer van 10% (van de benodigde weerstandscapaciteit) van de 10 grootste risico’s gehanteerd.

De top 10 belangrijkste risico’s

Risico

Gevolgen

Maatregelen

Grondexploitatie Duivenvoorde Corridor

- Geen grond kunnen verkopen in de Duivenvoorde Corridor.
- Niet alle gronden kunnen verwerven.
- Door aantrekkende economie zijn geraamde kosten te laag.

Financieel :
- groot verlies op het project en bestuurlijke imago schade.
- aanpassen van de ontwikkelstrategie.

Projectrapportage en tussentijdse bijstelling grondexploitatie

Zorgkosten Jeugd

De stijging van de doelgroep, stijging van de zorgkosten en de toenemende vraag naar complexe zorg zijn de belangrijkste risicofactoren.

Financieel:
 Het zijn open einde regelingen.
Grote fluctuaties van ramingen voor jeugdhulp binnen het sociaal domein.

- Het opvangen van eventuele incidentele tekorten door inzet van de reserve sociaal domein.
- Investeren in innovatie en preventie en het terugdringen van tekorten middels inzet van het actieplan jeugd.

Negatieve maatstaven gemeentefonds

_Grotere invloed negatieve maatstaf in het gemeentefonds en lagere algemene uitkering uit het gemeentefonds ten opzichte van de raming:

In de meicirculaire van 2020 wordt een voorstel gedaan tot herverdeling van het gemeentefonds. Bij deze herverdeling zal de belastingcapaciteit van een gemeente in de vorm van WOZ waarde, zijnde de negatieve maatstaf, van grotere invloed worden.

Als gevolg van onderuitputting op de Rijksbegroting, eventueel minder uitkeren van de onderuitputting van het BTW-compensatiefonds of verschillen in de mate waarin de landelijke en gemeentelijke uitkeringsbasis zich ontwikkelen, de algemene uitkering uit het gemeentefonds achterblijven bij de raming.

Financieel:
 Negatief budgettair effect dat ombuigingen/bezuinigingen met zich mee kan brengen.

Effect op doelstellingen:
De bezuinigingen kunnen een dusdanige omvang aannemen dat voorgenomen beleid(s intensiveringen) niet (volledig) en misschien wel alleen getemporiseerd uitgevoerd kan worden.

Monitoren van de ontwikkelingen op het gebied van de herverdeling van het gemeentefonds.

Verloop personeel WODV

Een stijgende lijn in het verloop van personeel bij de WODV een stijgende lijn in het  aantal vacatures en . Voor  steeds meer functies is het moeilijk of niet mogelijk een geschikte kandidaat te vinden.
Oorzaken:
- krapte op de arbeidsmarkt
- de positie van de WODV op de arbeidsmarkt; het is bekend dat het voortbestaan van de organisatie in de huidige vorm al geruime tijd ter discussie staat.

Financieel -
Om de bedrijfsvoering en/of de voortgang van de collegeprogramma’s niet in gevaar te brengen, is het op bepaalde posities steeds vaker noodzakelijk om in te huren wat hogere kosten met zich meebrengt.

Continuïteit - Taken kunnen in het gedrang komen en kennis kan verdwijnen uit de WODV.

Door de WODV wordt gekeken naar diverse maatregelen hoe haar positie als werkgever aantrekkelijker te maken op de arbeidsmarkt.  

Bijstandsvolume gemeente Voorschoten

De gemeente Voorschoten loopt het risico dat de lokale ontwikkeling van het bijstandsvolume in negatieve zin afwijkt van de landelijke ontwikkeling.

Financieel: extra kosten als gevolg van het tekort schieten van de rijksbijdrage.

Effect op doelstellingen - Niet iedereen kan voldoende ondersteund worden in participeren in de samenleving.

- Met ingang van 2017 wordt het maximale eigen risico niet meer geheel geraamd in de begroting, maar wordt dit reëel geraamd en waar nodig bijgesteld in de regulier P&C-documenten.

- Actief uitstroombeleid voeren door inzet arbeidsmarktoffensief, jeugdwerkgelegenheidsplan en reguliere participatiemiddelen

- Goede werkprocessen voor poortwachtersfunctie, beheer lopende uitkeringen, beëindigingen etc.

Grondwaterzorgplicht

Niet voldoen aan de grondwaterzorgplicht. De gemeente Voorschoten heeft een hoge grondwaterstand.

Financieel - financiële gevolgen door het ontstaan van grondwateroverlast op straat en in woningen

In 2019 wordt een grondwatermeetnet aangelegd. Door het grondwatermeetnet kunnen mogelijke knelpunten eerder worden waargenomen en indien mogelijk maatregelen worden genomen.

Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Niet voldoen aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Financieel: boete te betalen omdat de gemeente de AVG fors heeft overtreden

Imago: Indien de gemeente niet voldoet de Algemene Verordening Gegevensbescherming heeft overtreden kan dit leiden tot imagoschade

Door de kwartiermaker AVG zijn diverse beheersmaatregelen binnen de organisatie in gang gezet.

Invoering Omgevingswet

Onzekerheid over de omvang van de invoeringskosten en de structurele exploitatielasten die de omgevingswet met zich mee brengt als gevolg van de onduidelijkheden die er nog zijn binnen de invoering van de omgevingswet op rijksniveau.

Financieel: Extra kosten om de invoering van de Omgevingswet mogelijk te maken en vooralsnog geen inzage kunnen geven in de structurele voordelen in de begroting na de invoering van de omgevingswet.

De kosten m.b.t. de invoering van de Omgevingswet worden constant gemonitord en indien nodig worden voorstellen aan de gemeenteraad voorgelegd om bij te sturen.

Onderhoud kapitaalgoederen

Het ontstaan van onderhoudsachterstanden bij kapitaalgoederen en het treffen van noodzakelijke maatregelen door onverwachte zaken in de openbare ruimte als gevolg onvolledige beheerdata.

Financieel - Hogere kosten door calamiteiten onderhoud.

Effect op doelstellingen - Openbare ruimte en gebouwen voldoen niet op alle vlakken aan het afgesproken kwaliteitsniveau.

 Imago - Grotere kans op ongelukken en aansprakelijkheden 

Er wordt ingezet op het op orde krijgen van de beheerdata en het actualiseren van de beheerplannen.

BTW-Sport

Door wijzigingen in de BTW wetgeving  voor sport is de betaalde BTW voortaan een extra kostenpost.
Het mislopen van de compensatiesubsidie verstrekt door het Rijk als de nieuwe wetgeving niet juist wordt uitgevoerd door Sportfondsen BV.

Financieel -  Het mislopen van de compensatiesubsidie verstrekt door het Rijk betekent voor de gemeente Voorschoten een extra kostenpost.

Juiste afhechting van het oude BTW regime; er wordt compensatie subsidie aangevraagd voor sport; overleg met Sportfondsen over de
invoering en de aansprakelijkheid neerleggen bij Sportfondsen

Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een ratio weerstandsvermogen en afgezet tegen de algemeen geldende weerstandsnorm. Die ratio geeft de verhouding weer tussen de financieel gekwantificeerde risico’s en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt hieronder weergegeven:

Ratio weerstandsvermogen =

Beschikbare weerstandscapaciteit

=

€ 21.349.000

= 5

Benodigde weerstandscapaciteit

€ 4.204.530

De omvang van het benodigde weerstandsvermogen is licht gedaald ten opzichte van de jaarrekening 2018. De reserve Weerstandsvermogen staat op dit moment op € 4.000.000 en is daarmee dus iets te laag. Aangezien de omvang van de risico’s elk jaar wel iets schommelt is er voor gekozen om geen toevoeging te doen aan de reserve Weerstandsvermogen en deze op het niveau van € 4.000.000 te houden. In die beredenering is meegewogen dat de kans zeer klein wordt geacht dat alle risico’s zich daadwerkelijk voor doen in hetzelfde jaar en mocht dat uiteindelijk toch het geval zijn er altijd nog teruggevallen kan worden op de concernreserve waarin eind 2020 € 17.349.000 zit.

De raad heeft besloten om minimaal een ratio van 1,0 te hanteren met een streefratio van 1,4 wat staat voor voldoende weerstandscapaciteit. Hierbij wordt de normeringssystematiek voor weerstandsvermogen gehanteerd, die ontwikkeld is door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement in samenwerking met de universiteit Twente. Zij hanteren de volgende waarderingstabel ratio weerstandsvermogen:

Tabel 35

Waarderingscijfer

Ratio weerstandsvermogen

Betekenis

A

2,0 < x

Uitstekend

B

1,4 < x < 2,0

Ruim voldoende

C

1,0 < x< 1,4

Voldoende

D

0,8 < x < 1,0

Matig

E

0,6 < x < 0,8

Onvoldoende

F

X < 0,6

Ruim onvoldoende

De ratio weerstandsvermogen van de gemeente Voorschoten is 5 (A). Conclusie is dat de
weerstandscapaciteit uitstekend is.

Kengetallen
Per 2015 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) gewijzigd. In de begroting en jaarrekening dienen een zestal kengetallen opgenomen te worden. De kengetallen maken het de leden van provinciale staten en de gemeenteraad gemakkelijker om inzicht te krijgen in de financiële positie van hun provincie of gemeente. Eerst wordt de samenvatting van de kengetallen weergegeven gevolgd door een toelichting.

Tabel 36

Indicatoren Voorschoten (%)

Normen VNG  (%)

Kengetallen:

Verslag

Begroting

Voldoende

Matig

Onvoldoende

2018

2020

2021

2022

2023

1a. Netto schuldquote

64

62

72

76

72

<100

>100 / <130

<130

1b. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen

51

60

70

73

70

2. Solvabiliteitsratio

38

36

33

31

31

>50

<50 / >30

<30

3. Structurele exploitatieruimte

0,36

1,7

2,0

1,5

1,4

>0,6

<0,6 / >0

0

4. Grondexploitatie

18

11

15

12

8

Geen norm

5. Belastingcapaciteit

141

148

-

-

-

<100

>100 / <120

>120

Toelichting kengetallen

1. Netto schuldquote
De netto-schuldquote vergelijkt de leningen van de gemeente (met aftrek van de geldelijke bezittingen) met de totale baten van begroting en jaarverslag. Hiermee geeft deze indicator inzicht in de mate waarin de begroting 'vastligt' door rente en aflossing. De bovenstaande tabel presenteert hiernaast ook de schuldquote gecorrigeerd voor de leningen die de gemeente heeft uitstaan (deze middelen vloeien immers op termijn terug, bijv. SVN-startersleningen. Ten opzichte van het jaarverslag 2018 is een daling zichtbaar op de gecorrigeerde netto schuldquote. Bij een licht toenemende schuld wordt deze daling veroorzaakt door een hoger begrotingstotaal.

2. Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de gemeentelijke bezittingen (balanstotaal) is gefinancierd uit eigen middelen (eigen vermogen). De solvabiliteit is ten opzichte van het jaarverslag 2018 verslechtert en neemt de komende jaren nog meer af door de afname van het eigen vermogen. Een solvabiliteit van 36% wordt door de VNG beoordeeld als ‘matig’.

3. Structurele exploitatieruimte
De indicator 'structurele exploitatieruimte' geeft aan hoe groot de structurele vrije ruimte (structurele baten min structurele lasten) zich verhoudt tot de totale begrotingsbaten. Dit laat zien in hoeverre de gemeente in staat is om structurele tegenvallers op te vangen. De begrotingsruimte is gestegen ten opzichte van het jaarverslag 2018 en kan met een waarde van 1,7% beoordeeld worden als ‘voldoende’ volgens de VNG normen.

4. Grondexploitatie
Het financiële kengetal 'grondexploitatie' geeft aan hoe groot de investeringen in grondposities (boekwaarde) zijn ten opzichte van de jaarlijkse baten. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten uit de programmabegroting of jaarstukken en uitgedrukt in een percentage. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant moet ieder jaar beoordelen of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.

5. Belastingcapaciteit
De indicator 'belastingcapaciteit' drukt uit hoe de woonlasten (OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing) zich verhouden tot het gewogen landelijk gemiddelde. Hoge woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde drukken uit in hoeverre de gemeente al de eigen inkomsten aanspreekt en dus ook beperkt is in het verkrijgen van extra inkomsten. Woonlasten onder het landelijk gemiddelde waardeert VNG als 'voldoende', woonlasten tussen het landelijk gemiddelde en 120% hiervan als 'matig' en woonlasten hoger dan 120% als 'onvoldoende'. De woonlasten in Voorschoten liggen hoger dan het landelijk gemiddelde en ook de ontwikkeling van de woonlasten ligt hoger dan gemiddeld. De voornaamste oorzaak hiervan is de verhoging van de rioolheffing en afvalstoffenheffing.

Conclusie voor de financiële positie
De ontwikkeling van de kengetallen geeft aan dat de schuldenomvang van Voorschoten voldoende is volgens de VNG-normen. Daar tegenover wordt een risico gelopen op de resterende ingenomen grondpositie en wordt geconcludeerd dat de lastendruk landelijk vergeleken aan de hoge kant ligt. De structurele exploitatieruimte is gestegen ten opzichte van het jaarverslag 2018 en kan nu getypeerd worden als ‘voldoende’.

ga terug